Veilig dragen

Een aantal dingen zijn van belang wanneer je je kindje gaat dragen met een draagdoek of drager: aanspannen, een houding, lichaamstemperatuur, luchttoevoer, en de draaghouding.

Goed aanspannen

Het is van belang dat de draagdoek of drager goed is aangespannen. Je kindje moet goed door de drager gedragen en ondersteund worden en niet in elkaar kunnen zakken. Dit kun je op een paar manieren controleren. Wanneer je met je hand tussen de schouderbladen van het kindje drukt, moet je niet het gevoel hebben je kindje nog dichter tegen je aankomt en er lossigheid ontstaat bij de doek of drager. En wanneer je voorzichtig voorover bukt, moet je kindje dicht tegen je lichaam aan blijven en niet van je lichaam afkomen. Er moeten tussen de kin en de borst van je kindje ongeveer 2 vingers passen. Als je moeite hebt met het goed aanspannen van je doek of drager, boek dan een consult of kom een keer langs bij een draaginloop.

Spreid-hurkhouding

In de spreid-hurkhouding is de rug licht gebogen en zijn de heupgewrichten naar voren georiënteerd en kunnen beentjes ontspannen naar beneden hangen. De knietjes zijn iets hoger dan de billen van de baby (ongeveer op navelhoogte). Deze houding respecteert de natuurlijke houding van het babylichaam en ondersteunt een gezonde ontwikkeling van de heupen.

Lichaamstemperatuur

Hou bij het dragen goed de temperatuur van je kind in de gaten. Het kind mag het niet te warm, maar ook niet te koud krijgen. Trek je kind ongeveer net zoveel lagen aan als je zelf aan zou trekken. De draagdoek telt ook mee als laag. Als je bij koud weer naar buiten gaat, zorg er dan voor dat de handjes en voetjes niet te koud worden. Als je je kindje onder jouw (draag-)jas draagt, dan hoeft het geen eigen jas aan. Een vestje en een muts zijn dan voldoende. Let bij warm en zonnig weer op voor verbranding. Bij erg warm weer (meer dan 30 graden) wordt het afgeraden om te dragen.

Luchttoevoer

Let erop dat je kind altijd voldoende luchttoevoer heeft en er geen stof van je sjaal, jas of draagdoek de luchttoevoer beperkt. Zorg er dus voor dat de mond en de neus van je baby altijd vrij zijn. Wanneer je je baby borstvoeding geeft in de doek of drager, let dan ten alle tijde op je kindje en ga niet ondertussen iets anders doen.

Advieshoogte

De afbeelding hieronder laat zien tot welke hoogte de draagdoek of drager ondersteuning zou moeten bieden. De stippellijn geeft de advieshoogte van de drager of doek aan. Zoals de afbeelding laat zien is de advieshoogte bij een een pasgeboren baby hoger dan bij een peuter die zelfstandig tot zit kan komen.